Airbnb-taks voortaan van kracht. Wanneer?

Vorig jaar gaven we reeds toelichting bij de aangekondigde ‘Airbnb-taks’. Kort samengevat: de vrijstelling voor kleine ondernemingen wordt niet meer toegepast bij de verhuur van gemeubelde logies. Ook wie niet meer dan €25.000 per jaar verdient uit dergelijke verhuringen zal btw-plichtig zijn. Verder verandert er niets aan de btw-plichtigheid: die blijft beperkt tot ‘actieve verhuringen’ (de combinatie van de verhuur met bepaalde diensten). Daarom is de ‘Airbnb-taks’ in 99,9% van de gevallen niet relevant voor toeristische verhuurkantoren. Bij de verhuurkantoren ontbreekt immers de combinatie met diensten, waardoor er van btw-plichtigheid geen sprake is. Daar verandert de ‘Airbnb-taks’ niets aan. Deze regeling is ondertussen goedgekeurd door de Kamer van Volksvertegenwoordigers en op 1 januari 2022 van kracht geworden.

De verhuur van een gemeubeld logies is pas btw-plichtig wanneer er bijkomende diensten worden aangeboden. Het moet gaan om minstens één dienst uit onderstaande lijst:

  1. Het voorzien van onthaal van toeristen, waarmee een vorm van permanente onthaalfunctie ter plaatse (dus in het logies zelf) wordt bedoeld, minstens 6/7
  2. Het voorzien van huishoudlinnen, inclusief het verversen ervan minstens één maal per week wanneer het verblijf van de toerist langer dan één week duurt
  3. Het verschaffen van ontbijt (dagelijks)

De service die de toeristische verhuurkantoren aanbieden, omvat eigenlijk nooit één van dergelijke diensten. Een permanente onthaalfunctie is immers geheel iets anders dan een geijkt tijdstip voor sleutelophaling, zeker wanneer die niet in het logies zelf plaatsvindt. Sommige verhuurkantoren bieden linnenpakketten aan, maar zonder verversing of enige andere vorm van dienstverlening. Bovendien betaalt de toerist extra en behoort dit niet tot een vorm van eenheidsprijs.

Passieve verhuringen

Verhuringen door toeristische verhuurkantoren zijn daardoor nagenoeg altijd ‘passieve verhuringen’, die van btw zijn vrijgesteld. De ‘Airbnb-taks’ verandert daar niets aan. De ‘taks’ grijpt enkel in op verhuringen die sowieso aan btw zijn onderworpen, omdat ze gecombineerd worden met diensten en dus ‘actief’ van aard zijn. Voor dergelijke verhuringen zal men niet langer een beroep kunnen doen op de vrijstelling voor kleine ondernemingen.

Die vrijstelling houdt in dat men bij een jaarlijkse opbrengst van niet meer dan €25.000 geen btw hoeft aan te rekenen. Dat grensbedrag zal vanaf 1 januari 2022 niet langer relevant zijn. De verhuurder wordt dan sowieso belastingplichtig, ongeacht de hoogte van de inkomsten. Om de klap wat te verzachten, geldt er tot 1 juli 2022 een overgangsregeling, via het apart fiscaal regime voor de deeleconomie. Vanaf 1 juli 2022 geldt de regeling onverkort.

Bron: CIB